Geboren: Meulebeke, 18 september 1896 - Overleden: Roeselare, 7 november 1989
Hij trouwde met Lia Waffelaert. Ze hadden een kroostrijk gezin met 10 kinderen.
Ze woonden in hun hoeve aan de Kleine Roeselarestraat.
Georges was steeds geïnteresseerd in de landbouw. En stond steeds open voor nieuwe technieken.
Hij gaf in de jaren 20 lessen en voordrachten voor landbouwers die zich wilden bijscholen.
Voor de tweede wereldoorlog ging hij vlas kopen en zaaien in Frankrijk. Bij één van deze reizen raakte hij betrokken bij een ernstig verkeersongeval. Toen een dokter en ambulanciers er bij kwamen, hoorde hij hen zeggen: “Comment et qui va payer ca?” Hij kon met zijn hand nog wijzen naar zijn portefeuille en werd verzorgd en geholpen.
Toen burgemeester Henri Goethals in 1959 stierf en er onenigheid was over een opvolger, werd Georges Verkinderen door de gouverneur voorgedragen als nieuwe burgemeester, buiten de raad, en aanvaard en benoemd niettegenstaande hij nooit actief was geweest in de gemeentepolitiek.
Hij was burgemeester tot in 1970.
De sociale woningbouw kent in de tweede helft van de 20ste eeuw een ongewone bloei. Tijdens het bestuur van Georges Verkinderen bouwde de Roeselaarse bouwmaatschappij De Mandel sociale woningen o.m. in de Mandelwijk (1963-1973), in de Tuinwijk die uitgebreid werd tot 114 woningen (1953-1973), in de Vuilputstraat (1962-1963) en in de Rodenbachlaan en -wijk (1967). In 1965 werd de eerste steen gelegd van "Bloemenhove", de woonwijk voor bejaarden in eigendom van het O.C.M.W.
In 1965 kocht het gemeentebestuur het ruim 17 ha grote domein van het kasteel Ter Borcht met de aanpalende weiden en landerijen aan. Het kasteel werd gerestaureerd en verbouwd en herbestemd voor het Vrij Instituut voor Lichamelijke Opvoeding (V.I.L.O.), met nieuw schoolcomplex op de plaats van het voormalige neerhof.
Enkele anekdotes – gekregen van zijn kinderen - uit zijn ambtsperiode:
- Op zijn aandringen werd besloten tot de aankoop van een wagen voor vervoer van gewonden door de plaatselijke politie, een ambulance. Hij zal niet gedacht hebben dat hij in 1963, na een ongeval, als één van de eersten er in zou belanden.
- Als hoofd van de politie werd hij door zijn eigen commissaris beboet om met de fiets door de eenrichtingsstraat te rijden van de markt naar de Goethalsplaats.
- Hij werd naar het gemeentehuis gebracht en afgehaald door iedereen die ter beschikking was met of zonder rijbewijs.
- Op zondag namiddag deed hij zijn ronde door de gemeente van lokaal naar lokaal en ook steeds naar “de Toren”, het lokaal van de socialisten, hetgeen steeds werd geapprecieerd.
Een weetje via een andere bron verkregen:
De Vuilputstraat liep vroeger tot de ‘Koeivoet’. Pelswaren Bouckaert wilden zich vestigen in de Vuilputstraat, maar vonden de naam van hun straat ongeschikt voor de commerce. Op hun vraag heeft burgemeester Verkinderen de straat een andere naam gegeven: “Astridlaan” (naar de verongelukte koningin Astrid).
Hij was echter niet alleen politiek actief in eigen gemeente:
Na de tweede wereldoorlog was hij vervangend senator voor Senator Desmet uit Staden.
Hij was ook vele jaren provincieraadslid. Een anekdote (ons bezorgd door de kinderen): Toen men bezig was geld toe te kennen, merkte hij op: “Zouden we niet kijken hoeveel geld we in kas hebben vooraleer we het beginnen uit te delen?”. Kreeg hij als antwoord: “Mijnheer Verkinderen, U bent van de oude tijd. We gaan eerst kijken hoeveel geld we nodige hebben en dan kijken waar we het gaan halen.”
Verder was hij ook:
- Stichter en ere-voorzitter van het Schattersverbond
- Ere-voorzitter van de Kerkfabriek
- Lid van de Landelijke Gilde
- Ere-voorzitter en lid van tal van verenigingen
- Vereremerkt met verscheidene eretekens