Meulebeke behoort tot de kleine landbouwgemeenten in het zuidoosten van West-Vlaanderen en is gelegen in de driehoek van de steden Roeselare, Tielt en Kortrijk. De gemeente wordt begrensd door:
- in het noorden: Pittem en Tielt
- in het oosten en zuidoosten: Oostrozebeke
- in het zuiden en het zuidwesten: Ingelmunster
- in het westen: Izegem en Ardooie
Het grondgebied van Meulebeke beslaat een oppervlakte van 2934 ha.
Meulebeke is vrij centraal gelegen in de driehoek van autosnelwegen E40/A10 (Oostende/Jabbeke – Gent/Brussel) E 17/A14 (Kortijk/Rijsel – Gent/Antwerpen) en E 403(A 17) (Kortrijk – Brugge). Bovenlokale verbindingswegen die de gemeente doorkruisen zijn N50 (Bruggesteenweg), N 399 (Tielt – Ingelmunster) en de N 305 (Meulebeke – Dentergem).
Op het grondgebied van Meulebeke lopen geen spoorlijnen. Wel beschikken drie aangrenzende gemeenten (Tielt – Ingelmunster - Izegem) over een spoorlijn met bijhorend station. De eerste twee buurgemeenten zijn rechtstreeks met De Lijn te bereiken. Er is ook een rechtstreekse busverbinding met Kortrijk.
De dichtstbijzijnde bevaarbare waterloop is het kanaal Roeselare – Leie, met Roeselare–haven als uitgerust knooppunt voor de binnenvaart. Deze waterweg is van bovenlokaal belang, belangrijk voor het goederentransport.
Voor de verschillende diensten en voorzieningen zijn de inwoners van Meulebeke het meest aangewezen op Tielt (ziekenhuis, scholen, hogeschool...) en bijkomend op de omliggende steden en gemeenten zoals Izegem (ziekenhuis,…), Roeselare (ziekenhuis, land-en tuinbouwveiling, scholen,…) en Kortrijk (hogescholen, universiteit, shoppingcentrum, ziekenhuis …).
Meulebeke is geen fusiegemeente en bestaat – naast de kern van Meulebeke zelf – uit de gehuchten De Paanders, Marialoop en ‘t Veld.
De kern van Meulebeke is gegroeid rond de markt van Meulebeke met de Sint-Amanduskerk. Aansluitend hierbij treft men het gemeentehuis met de gemeentelijke diensten aan, de verschillende voorzieningen inzake horeca, handel, diensten en kantoren. Vlakbij het centrum bevindt zich in de Bonestraat het dienstencentrum Ter Deeve en dorpsrestaurant met aanpalend de assistentiewoningen Deeveland. Woonzorgcentrum De Zonnewende en de assistentiewoningen van de Mandel zijn gelegen in de Karel van Manderstraat. In het eigenlijke centrum komt vooral veel oude, aaneengesloten lintbebouwing voor, evenals restanten van het historische brouwerij-verleden binnen de gemeente. Het centrum wordt omringd door ambachtelijke bedrijfsterreinen. Recente woningen gelegen binnen verkavelingen situeren zich in het zuidelijk gedeelte van de kern. Sociale verkavelingen bevinden zich eerder aan de rand van de kern. Het voorkomen van talrijke verspreide bebouwing is kenmerkend voor Meulebeke.
De Paanders, Marialoop en ’t Veld fungeren als afzonderlijke parochies. Elk beschikken ze over de basisvoorzieningen (bakker, eigen kerk, begraafplaats, kleuter- en lagere school).
Ruimtelijke omgeving
In 1999 betreft 67,7 % (2251 ha.) van de totale oppervlakte van Meulebeke onbebouwde percelen of open ruimte. In 1980 bedroeg dit aandeel nog 84,3 % of 2474 ha.
De oppervlakte van het bos bedraagt 7,5 ha.
Een aantal percelen van de Veldbossen, het Kapellebos en het Populierbosje (Robrechtegem) nabij de Kazantwijk staan als natuurgebied op het gewestplan aangeduid.
De vallei van de Devebeek is landschappelijk waardevol gebied op het gewestplan.
Visueel komt de open ruimte in Meulebeke voor als een vlak tot licht golvend landschap bestaande uit akkers en weilanden, waar agrarisch grondgebruik de hoofdfunctie vormt.
De openheid van de open ruimte is nadrukkelijker aanwezig ten westen van de kern, dan ten oosten. In het oosten is er namelijk een grote versnippering door allerhande lintbebouwing van aanzienlijke omvang. In het noordwesten van de gemeente komt een veldgebied voor. Dit maakt deel uit van het zuidelijkste deeltje van het Ardooise Veld.
In de open ruimte ten oosten van Meulebeke-centrum herkent men op diverse plaatsen asten. Deze gebouwen vormen sinds de negentiende eeuw een neven-onderdeel van de boerderijen of de kern van kleinere nijverheidsbedrijfjes. Het voorkomen en de verspreiding van deze gebouwen had te maken met de chicorei-teelt die tussen het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw een belangrijke bloei kende in de streek van Roeselare.